Opstelling Oranje uitgelekt!

BREAKING! Nog voordat de bondscoach de officiële opstelling van het Nederlands elftal heeft bekendgemaakt, heeft Digitolle Grieze reeds beslag weten te leggen op de lijst met de uitverkorenen die ons land gaan vertegenwoordigen in Qatar!

Emir Al-Dollari (links) krijgt een rondleiding over de begraafplaats in Doha

Doel:
Remko Overschillig
Justin Kannieschele

Verdediging:
Daley Ziendeblind
Nathan Achnee
Devyne Bloedhand
Jeffrey Weetnie
Steven Rotzorg

Middenveld:
Luuk Weetnie
Giorginio Negérum
Giovanni Ignorantio
Richard Oogklep

Aanval
Frenkie Kweetooknie
Humphrey Watals
Deovaysio Wegkijk
Steven Overaliswelwat

Coach:
Louis Schandaal

Sponsor:
Emir Chaf Al-Dollari

Erelid:
Sepp Blatter

Digitolle Grieze gaat naar Qatar!

Toegegeven: Cathrinus moest wel even slikken, sterker nog: hij verslikte zich in zijn Lungo (op de burelen van DG drinken we tegenwoordig Nespresso uit duurzame cupjes van de Koffiejongens, maar dit terzijde), toen Catharina zomaar op een doordeweekse dinsdagochtend het kantoor kwam binnenslenteren met de mededeling dat ze net twee tickets naar Qatar had geboekt.

‘Wat zeg je nou?’ kwam Cathrinus voorzichtig bij van zijn verbazing. ‘Qatar? Wanneer?’

‘Wanneer?!’ Catharina trok zo’n ogenrollend DUH-gezicht. ‘Eind volgende week natuurlijk! Maandag 20 is de eerste wedstrijd al!’

Cathrinus keek haar recht aan. ‘Je bent serieus hè? Je gaat echt naar dat rotland tijdens en vanwege dat WK voetbal?’

‘Ja natuurlijk suffie! Wanneer moet je er anders heen? Er is daar ja niks te zien, behalve die voetbalstadions!’

‘Ongelooflijk dat je daar heengaat…’ zuchtte Cathrinus.

‘Ik? WE, zul je bedoelen! Ik zie toch dat ik twee tickets had geboekt? Jij gaat ook mee, mjong! Sterker nog: je móet mee!’

‘Ik dacht het niet’, verhief Cathrinus nu zijn stem. ‘Ik heb al afgesproken met mijn Risk-clubje om tijdens alle wedstrijden van het Nederlands elftal te gaan Risken bij Proeflokaal Hooghoudt. Daar vertonen ze de wedstrijden tenminste níet!’

‘Rustig, Cathrinus, rustig jongen…’ Catharina ging met één bil op het bureau van haar kantoorgenoot zitten en legde een hand op zijn bovenarm. ‘Je kent me toch? Ik ben ja ook totaal geen voetbalfan, laat staan fan van wegkijkende miljonairs in een dictatorwoestijnstaatje. Nee mjong, luister: jij en ik gaan die bliksemse boel daar eens even lekker ondermijnen van binnenuit!’

‘Dat kan toch ook vanuit Groningen?’, sputterde Cathrinus. ‘Ik bedoel, we posten elke dag een gemene tweet, we delen informatie op Tikt…’

‘Nee!’ Cathrinus schrok van de heftigheid van haar reactie. ‘Luister, Trien: ik heb geen cent betaald voor die tickets, we krijgen kost en inwoning van de emir himself, en we mogen bij alle wedstrijden vlak onder de airco zitten zolang we maar veel en positief over dat WK schrijven!’

‘Wàt?’ Nu had Cathrinus juist weer een ferme slok lungo nodig om van de schrik te bekomen. ‘Heb jij je laten omkopen door die frauduleuze kussenslopen?’

‘Dat rijmt!’ grijnsde Catharina. ‘Maar: klopt als een bus! We gaan op kosten van de sjeik naar Qatar… En we zullen nog wel eens zien wie daar de meeste positieve of negatieve publiciteit uit haalt! Kijk jochie…’ Ze haalde een stuk stof uit haar tas. ‘Dit is de omgekeerde Qatarese vlag, en daarmee ga jij straks zwaaien, op de tribune!’

HOU DIGITOLLE GRIEZE IN DE GATEN,
VOOR ALLE AVONTUREN VAN CATHRINUS EN CATHARINA IN QATAR!

Reclameplazers

Goed, het is een enorm verlate beschouwing, maar nu met de nije student’n… die geloven alles wat ze lezen en ze kleppen het ook door, natuurlijk, nu ze niet meer hoeven te zoomen en weer lekker onder elkaar mogen zijn.

Ik heb het over de die bewegende posterpalen op straat. Blijkbaar is men er apetrots op, op de baarlijke nonsens van de laatste ‘Er gaat niets boven Groningen’-campagne, want het wil maar niet verdwijnen. Uw Catharina heeft speciaal voor u vier foto’s gemaakt van bedoelde posters (Oosterhaven) en daarna had ik geen zin meer. Want wat kletst het randstedelijke neefje van de achterbuurvrouw van de colporteur van marketing Groningen daar allemaal uit zijn nek?

Een gracht wordt in Groningen een diep genoemd
Ta nou eem, maal Eppie! Een KANAAL wordt in Groningen een diep genoemd. Gracht, het moet niet gekker worden.

Niet studerende inwoners van Groningen worden ‘stadjers’ genoemd
Hier was ik oprecht een beetje verdrietig om. Uw Catharina is een geboren en getogen stadjer – meer specifiek: een Oosterparker – and proud of it. En dan krijg ik zo maar plompverloren voor de voeten geworpen dat ik dat tijdens mijn studietijd in Groningen niet was. Wat hard!
Ik begrijp hier overigens uit dat de bedenker van deze regel zwemdiploma A het hoogst haalbare acht voor ons stadjers.

De Martinitoren wordt door Groningers ook wel de Oude Grijze genoemd of in het Gronings ‘Olle grieze’
De inconsequentie in de spelling en interpunctie daargelaten: wijs mij één Groninger aan die de toren ooit Oude Grijze heeft genoemd, anders dan als behulpzame vertaling voor een niet-Groninger.

De mascotte van FC Groningen is een ijsbeer en heet Groby
Dit was nieuw voor mij, ik weet niks van voetbal en geloofde het dus onmiddellijk. Maar toen ik er wat langer over nadacht, begon ik toch te twijfelen. Het klinkt zo kinderachtig. Wikipedia erop nageslagen: ja hoor, het staat er. De FC zelf erop nageslagen: hela! De FC heeft helemaal geen mascotte. De juniorclub van de FC wel: een ijsbeer die Groby heet en bij thuiswedstrijden van de volwassen FC op de familietribunes staat, om de kinderen te vermaken. Dat geloof ik onvoorwaardelijk, ik hoefde vroeger gelukkig nooit mee naar GVAV (spreek uit: geeviejavee), maar als dat wel had gemoeten, was ik vast heel blij geweest met een dollende ijsbeer in plaats van twaalf uur lang te moeten kijken naar zo’n domme bal.

En wat moet dat met die neppe oudhollandsche tegeltjes? Wat heeft dat met ons te maken? Zijn wij goddomme Urk op de Volendamse Schans of hou zit dat? Ok, onder het museumfietsbruggetje zijn ze enorm grappig, maar toch niet als reclame voor de stad, people!

En dan heb ik het nog niet eens gehad over die andere geniale slogan, vast door hetzelfde Groningerloze reclamebureau ontwikkeld:
“Leuk dat je er bent ja!”
Wat hier staat is het volgende: “Ik vind het leuk dat je er bent, maar ik ben er wel verbaasd over, want ik had nooit verwacht dat je zou komen”. Het kan natuurlijk zijn dat de bedenker dit ook zo bedoelt -en helemaal ondenkbaar acht ik dit niet, de slogannist heeft ons vermoedelijk niet heel hoog zitten, zie ook punt 2 hierboven- maar toch geloof ik dat niet. Het is domweg fout. Wat er natuurlijk had moeten staan is: “Wat ja leuk dat je er bent” of beter nog: “Wat leuk ja dat je er bent”. Maar die extra drie letters zullen wel weer te duur geweest zijn.

Ik bin bie nair; woar bistoe?

Dat heb je wel eens, zulke dagen dat de traditionele familiaire topsfeer opeens kan omslaan in tikkerij.

Het begon met Patricia. Ze zit nog niet zo lang in de redactie, is een superwijf, daar niet van, maar soms merk je gewoon dat Cathrinus en Catharina elkaar al veel langer kennen en ook een paar decennia langer samen op kantoor hebben doorgebracht.

“Ik zit even die bestelling van nieuwe paperclips af te maken,” zei Patricia, turend op haar laptop, “jeweetwel, die speciale middelgrote die we gebruiken om de uitgeprinte comments onder de blogs samen te voegen voor we ze per week in de gele ordners stoppen.”

“Hmm?” antwoordde Catrhinus; hij was net geconcentreerd dit blogje aan het tikken.

“Ik had volgens de regels een Europese aanbesteding gedaan, en nu heb ik contact met ene Chris, van dat bedrijf in Oostenrijk, maar nu wil ik hen eigenlijk vragen of het extra snel verzonden kan worden.”

“Hem’, zei Catharina.

“Hen”, antwoordde Patricia, “Ik weet namelijk niet of Chris een man is, een vrouw of non-binair.”

Nu was Cathrinus voldoende uit zijn concentratie gebracht. “Wát zei je?” draaide hij zich om in zijn stoel.

“Non-binair”, herhaalde Patricia. “Dat zie je tegenwoordig toch vaak, op formulieren en zo? Als je niet wilt ingedeeld worden als man of vrouw, en je voelt je zowel het een als het ander…”

“Of noch het een noch het ander”, vulde Catharina aan.

“… dan ben je dus non-binair, en dus noch een hij noch een zij, en dan moet je aangesproken worden als zij/hen/hullie – meervoud dus.”

Het was even stil ten kantore. Hoewel je zowel Catharina als Cathrinus kon horen denken.

“Je kunt die Chris toch ook vragen wat hij of zij is?” vroeg Catharina uiteindelijk.

“Of wat zij zijn,” verbeterde Patricia.

“Non-binair…” Cathrinus proefde het concept op de tong. “Dus dan zijn wij… Binair?”

“Inderdaad”, zei Patricia. “Of het een, of het ander.”

“Ik vind het nogal een aanmatigende vooringenomen suggestie”, kwam Cathrinus met een vilein lachje. “Alsof je niet meer mag kiezen, en altijd van tweeën één moet zijn!”

Patricia stond op vanachter haar laptop. “Wat een ouderwets en exclusief gedachtengoed, Cathrinus!” Ze nam Catharina mee in een wijde armzwaai. “Eigenlijk zouden we als redactie eens op cursus moeten, om meer inclusief te worden, meer woke, en een stukje diversiteit te implementeren, ook in onze blogs!”

Cathrinus en Catharina wisselden een blik van verstandhouding. “Twee heterovrouwen en een één heteroman, dat kan inderdaad natuurlijk totaal niet meer!” grijnsde Catharina.

“Nee, bah!” viel Cathrinus haar lachend bij. “Ik las laatst in de krant over een lotgenotengroep van lhbti-ers met autisme – dat lijkt me een perfecte gespecialiseerde minderheid om er eentje van in de redactie te vragen!”

“Zouden er ook binaire mensen zijn die diep van binnen toch een beetje bi zijn…”

“Bi-binair!” giechelde Cathrinus.

“… en die die hobby graag hier op kantoor willen uitleven?” proestte Catharina verder.

“Leuk hoor!” Patricia kon er niet om lachen.

“Ga je op vakantie met Bien Air? Nee, met Ryan Air!” schaterde Cathrinus het nu uit.

Met een grote klap sloeg Patricia de deur van de kantoortuin achter zich dicht.

Een inhakertje

‘Reclamebureau Digitolle Grieze, goedemiddag?’ probeerde Cathrinus.

Patricia en Catharina trokken een vies neusje op. ‘Klinkt van geen kanten’, zei de laatste. ‘Reclame, dat woord is zó 2010…’

‘Maar hoe moeten we onszelf dán noemen?’ pruttelde Cathrinus.

‘Ach wat maakt het uit’, hijgde Patricia nog na, ‘iets met marketing, of Lean Communication, lekker vaag…’

‘Lean, haha, die is goed!’ grinnikte Catharina. ‘Of iets met Integraal! Integral Interhuman Communication, whoehaha!’ De beide dames hadden het even niet meer.

Cathrinus keek stuurs naar zijn handen. ‘Die naam komt nog wel. Laten we eerst even focussen op het EK.’

Patricia zuchtte. ‘Ik moet er even inkomen hoor; opeens moet ik me gaan bezighouden met iets mongools als vóetbal. Bah!’

‘I’m with you, darling’, legde Catharina een begrijpende hand op haar arm. ‘Het is het domste wat er is, maar als we willen binnenlopen zullen we toch even een maandje in de oranjemodus moeten gaan zitten.’

‘Precies’, zei Cathrinus. ‘we moeten snel handelen, anders zijn er andere reclamebureaus, ik bedoel Lean Communication Agencies, die ons voor zijn.’

‘Eens!’ Catharina stond op en liep naar het grote whiteboard dat Cathrinus deze week speciaal had aangeschaft. ‘Laten we even recapituleren. Bij Jumbo hebben ze Frank Lammers in een… ugh, ik krijg het woord bijna niet uit mijn bek… een Juich-cape gehesen.’

Patricia maakte kokhalsgeluiden. ‘Brabanders…’

‘En dan die Snollebollekes…’ gruwde Cathrinus. ‘Noar lènks! Noar régs!’

‘Ik zag dat je daar… Juichzegels kunt sparen’, werd het Patricia even bijna te veel.

Catharina rilde zichtbaar. ‘Maar het is nog een soort van academisch discours als je het vergelijkt met de Lidl. Thomas Acda, toch echt geen Brabander, die het oranjetenue van Rafael van der Vaart zogenaamd te fel vindt…’

Fluoranje…’ De tranen stonden in Patricia’s ogen.

‘En dan die amateuracteurs die zogenaamd Duitsers moeten spelen en ook verblind worden door Raffies pens in een te strak oranjeshirt…’ Alle drie waren ze nu even stil; je hoorde de emoties weggeslikt worden.

‘De uitdaging is nu’, vatte Cathrinus samen, ‘hoe maken we voor een andere supermarkt een nóg debielere campagne, zodat de gemiddelde voetbalsupporter ook daar blindelings heenrent om door kinderarbeid vervaardigde wegwerpprullaria aan te schaffen?’

Weer was het even stil.

‘Eens kijken…’ Catharina kreeg weer een fronsje boven de neus. ‘Albert Heijn is natuurlijk alleen maar blauw wat de klok slaat… Hoe krijgen we dat oranje?’

‘Krijg je een bal in je kruis, en zijn je ballen blauw? Krijg nu een oranje bal gratis bij aankoop van dertig euro aan boodschappen!’ probeerde Patricia.

Cathrinus zat op zijn laptop te kijken. ‘Laat maar’, zuchtte hij, ‘ze hebben ook al een oranje-actie. Je kunt je laten fotograferen tussen cut-outs van de spelers, zo te zien.’

Ook Patricia en Catharina zuchtten nu.

‘Misschien moeten we gewoon af van die supermarkten’, mompelde Catharina uiteindelijk. ‘Die krengen hebben toch al anderhalf jaar het hoogste woord. Ze mochten open blijven, niemand die zich om die anderhalve meter druk maakte, en Albert Heijn had om ons te provoceren ook nog van die sproeiertjes boven de in plastic verpakte komkommers aangebracht…’

‘Als om te zeggen: wij zijn de echte superspreaders!’

‘Dat is het!’ Opeens sprong Cathrinus op; zijn papieren koffiebekertje stuiterde over tafel, koffiespetters vlogen over de Gummbah-scheurkalender op de muur achter zijn bureau.

‘Wat is het?’ vroeg Patricia.

‘De superspreaders!’ schreeuwde Cathrinus. ‘De kids! De jeugd! De pupillen! De junioren! De Nerfs!’

Zijn beide mederedacteuren keken hem glazig aan. ‘Nerds? Die houden toch niet van voetbal?’

‘Nerfs!’ herhaalde Cathrinus. ‘Mijn neefje heeft er een stuk of wat! Veel te grote en afzichtelijke plastic schietgeweren, waar zachte rubberen pijltjes mee afgeschoten kunnen worden. De hele basisschooljeugd is er gek van.’

‘Ja en?’ Het kwartje wilde nog niet vallen, bij Catharina en Patricia.

‘We gaan knaloranje Nerf-geweren produceren, en verkopen die aan dat jonge volk voor veel te veel geld, omdat we er een ook voor de betalende ouders niet te vermijden slogan aan verbinden!’ Cathrinus was nu bijna Sigrid-Kagerig op de tafel gaan staan. ‘Denk even mee…’

Het was maar kort stil. Toen viel het kwartje wel degelijk.

‘Schiet Oranje naar het kampioenschap…?’ begon Catharina.

‘Een nekschot van de Nederlandse leeuw / Velt elke tegenstander met een schreeuw!’ viel Patricia in.

‘Een kogel uit een oranje magazijn… mag er zijn!’kwam Catharina er weer in.

‘Covid-19 voor het vuurpeloton! Oranje haalt de trekker over!’

‘Superspread het Oranjevirus!’

‘Schiet Oranje wat peper in de kont!’

‘Ik haal meteen een fles champagne, dit gaan we vieren!’ juichte Cathrinus. Het bleef nog lang onrustig op de burelen van Digitolle Grieze Integral Interhuman Communication.

Nederland

Lemma uit de nieuwe online encyclopedie Grizipedia

Algemeen
Nederland is een constitutionele monarchie in West-Europa. Het land is, na enkele vruchteloze eerdere pogingen, min of meer in 1815 ontstaan na een fittie met wat nu België is. Aan het hoofd staat formeel gezien een koningshuis, bevolkt door een pan-Europees bijeengeharkte dysfunctionele familie zonder noemenswaardige opleiding maar met onevenredige beloning.

Enkele leden van het Nederlandse koningshuis

Contemporaine geschiedenis
In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd er vanuit de hele wereld met enig ontzag naar Nederland gekeken. Er was een progressief bestuur dat er voor zorgde dat de Nederlanders een ongekende staat van welvaart maar tegelijkertijd een hoge mate van welzijn bereikten. 98% van de bevolking genoot van ofwel een goed inkomen of een adequate uitkering. Er waren goede voorzieningen zoals een goed functionerend openbaar vervoersnetwerk, een sociaal vangnet voor inwoners met psychische of psychiatrische problemen, huurtoeslag en hypotheekrente-aftrek.

Tevreden Nederlanders

In plaats van dat deze ongekende welstand de Nederlanders tot een tevreden volk maakte, genietend van alle vrije tijd, recreatiemogelijkheden en het ruime aanbod aan cultuur, musea en theater dat hen ter beschikking stond, ontstond niet alleen een zekere gewenning aan deze rijke situatie, maar ook een ongezonde mate van verwendheid. En hoewel deze vervelende gemoedstoestand aanvankelijk redelijk onder de oppervlakte bleef en werd overklast door de algemene joechei-stemming (zie de grachtenparade na het gewonnen EK in 1988), kwamen de bijbehorende onhebbelijkheden tegen het einde van de twintigse eeuw steeds vaker aan de oppervlakte.

Een bekend voorbeeld is het beeld van de Limburger die na een onverwachte overstroming van de Maas staande op een dijk zijn plots ondergelopen woning bezag, en in de camera van het Journaal foeterde dat dit alles de schuld van de overheid was, die hem ten eerste had moeten waarschuwen en er ten tweede voor had moeten zorgen dat zijn huis niet had kunnen overstromen.

Degeneratie
In het eerste kwart van de eenentwintigste eeuw is dit beeld een dagelijks terugkerend fenomeen geworden. De puissante rijkdom van de meeste Nederlanders, de ultieme verwendheid en het daaruit voorkomende ontbreken van elke vorm van sympathie, heeft ervoor gezorgd dat er vanuit de hele wereld nu diametraal anders naar Nederland wordt gekeken. Van sympathiek gidsland, vooroplopend in duurzame ontwikkeling, empathie en medemenselijkheid, is het ‘Kleine Kikkerlandje aan de Noordzee’ (oude, inmiddels in onbruik geraakte koosnaam) inmiddels verworden tot het vieze jongetje uit de klas, pestend, scheldend en tierend, weglopend voor zijn verantwoordelijkheid en jij-bakkend met een vingertje naar de ander wijzend in het smerigste hoekje van het schoolplein.

Enkele Nederlanders met elkaar in gesprek

Pandemie
Misschien was het tij nog enigszins te keren geweest, als er in 2020 niet een wereldwijde virusbesmetting was uitgebroken. In het omgaan met deze zwaarste tegenslag sinds de Tweede Wereldoorlog kwamen alle minpunten van het vroeg-eenentwintigste-eeuwse Nederland spectaculair bij elkaar: een falende overheid die zich al decennia lang alleen maar met economische groei had beziggehouden en alle sociale voorzieningen, vangnetten en dergelijke ofwel aan de private markt had verkwanseld ofwel doodgewoon afgeschaft; een bevolking die gewend was dat het sappige ooft vanuit de hemel rechtstreeks in de lui opengesperde mond viel; een medialandschap dat was verworden tot een continue talkshow waarin niet erg bekende Nederlanders mochten aanschuiven om zich voor te doen als ter zake kundig wetenschapper; en bovenal een te ver doorgedemocratiseerd stelsel van sociale media waar iedereen die dat wilde zonder ballotage, interpunctie, last of ruggespraak vrijelijk gebruik van kon maken.

Resultaat
Dit alles had tot gevolg dat Nederland in 2021 een onbestuurbare drietrapsraket was geworden, waar

  1. elke mening een doodsbedreiging tot gevolg heeft, en
  2. andersom elke gebeurtenis, hoe klein en onbetekend ook, meteen getackled dient te worden met een mening,
  3. waarna punt 1 in werking treedt.
Een Nederlander in doorsnee werkkleding (r.)

Toekomst
In het algemeen is er de overtuiging dat het met dit Nederland voorlopig niet meer goed komt. Dat het ontevreden volk zich ondanks de strenge coronamaatregelen bij de minste versoepeling alweer verdringt in de vertrekhallen van de luchthavens, zegt genoeg: in dit land wil je niet zijn, ondanks de wetenschap dat het een ‘gaaf’ en stinkend rijk land is, waar alles beter is geregeld dan in de meeste andere landen ter wereld.
Hier en daar zijn er dan ook al geluiden te horen, dat het misschien maar beter is dat hele Nederland op te heffen. De omliggende landen willen het vast wel tegen een redelijke prijs overnemen, om er hun afval en CO2-quota te dumpen.
De leden van het koninklijk huis hebben al een voorschot op deze situatie genomen door een vluchthuis plus speedboot in Griekenland aan te schaffen.

Weer thuis

‘Godverdomme!’ Met een hartgrondige vloek ontdeed de koning zich van zijn colbertje en smeet het in de hoek.

‘Language, Alex’, sputterde de koningin, vergeefs.

‘Gelijk heb je, pap’, zuchtte Alexia. Ze wurmde zich uit haar pumps en liet zich achterover vallen op de grote vijfpersoons hoekbank en maakte nog eens een ironisch hartje met haar vingers.

‘Ik meen het hoor!’ brieste de koning. ‘Dit is echt de laatste keer dat ik me zo’n koningsdag laat welgevallen. Wat een vertoning, wat een tijdverspilling. Bah!’

‘Ach…’ Ook Amalia had zich van haar knellend schoeisel bevrijd en lag nu achterover naast haar zus. Allebei hadden ze hun smartphone gepakt en scrollden nu door hun tijdlijn. ‘Ik vond het vandaag nog wel meevallen. Je kunt dat volk beter even online moeten ontmoeten, dan dat ze je allemaal live in de bek staan te hijgen!’

‘Language…’ probeerde koningin het nog maar eens.

‘Godver wat heb ik zin om komen weekend lekker te gaan knallen in de Kroondomeinen’, hijgde de koning. ‘Eindelijk een paar maandjes zonder intermenselijke contacten, eindelijk eens alle tijd voor een mooi duurzaam stukje natuurbeheer naar de wilde zwijnen toe!’ Hij proestte het uit terwijl hij naar de kunstig gemetselde huisbar achterin het appartement liep. ‘Nog iemand een drankje? Dat hebben we wel verdiend!’

‘Doe mij maar een Red Bull, pap’, zei Ariane, die net was binnengekomen en zich bij haar zussen op de bank voegde.

‘Shotje wodka met een beetje jus’, verordonneerde Amalia.

‘Me too’, riep Alexia erachteraan. ‘Maar niet te veel jus voor mij!’

‘Zou je dat nou wel doen?’ vroeg de koningin.

‘Ach zit niet zo te fokken mam! Het is maar één dag hel per jaar’, mokte Alexia.

De koningin zuchtte. ‘Voor mij een QuarentaTrès’, sprak ze zachtjes tegen haar man.

© Twycer / http://www.twycer.nl

‘Die talkshowpresentatrice met die poliep op haar schouder vond ik nog wel leuk’, zei Amalia.

‘Ze heette ook Isolde, geloof ik. Vast ook van adel. Vandaar’, beaamde Alexia.

‘Mwah… ze deed wel wat popi. Met haar sneakers. Maar ze was wel oké’, maakte Ariane het af.

‘Ach en dan moeten we zogenaamd geloven dat alle innovatie van de wereld vanuit Eindhoven komt – dat achterlijke gat waar ze een eeuw geleden nog in een plaggenhut woonden!’ De koning begon nu lekker warm te lopen.

‘Ik vond die auto op zonnepanelen wel blits’, probeerde Amalia.

© Twycer / http://www.twycer.nl

‘Maar ondertussen laten ze óns in een stokoud kut-Dafje rijden!!’ brieste de koning. ‘En dat ze in een digitaal lockdowntijdperk, waarin je hoopt van zaklopen en koekhappen bespaard te blijven, het toch nog zover weten te krijgen dat jullie in een soort levende sjoelbak vernederd moeten worden…’ Verbeten wipte de koning de kroonkurk van een flesje Öttinger bier van de Lidl. ‘Daarom zeg ik: laten we hier gewoon mee ophouden, met die plebeïsche bullshit.’

‘Language…’ De koningin zei het inmiddels nog vooral voor zichzelf.

‘Maar pap…’ Amalia ging rechtop zitten. ‘Het is maar één dag per jaar, en daarvoor krijgen we wel een eh… royale…’ (ze knipoogde naar haar zussen, die de woordspeling niet leken te snappen) ‘toelage!’

‘Ja, Malie heeft gelijk’, zei Alexia, ‘we moeten niet in nóg een toelagenaffaire terechtkomen, haha!’

Nu was het de beurt aan Amalia en Ariane om hun zus onbegrijpend aan te kijken. ‘Laat maar’, zuchtte Alexia.

‘En toch zeg ik: fuck dat hele kleinzielige Nederlandse volk!’ spoog de koning. ‘Zeg nou zelf: historisch gezien hebben we toch niks met dat ontevreden zootje te maken?’

De koningin zuchtte nog maar weer eens. ‘Maar wat wil je dán, mi chico lindo?’

‘Ik zeg: we nemen het er nog even drie maanden van op Het Loo, we schieten onze frustratie nog even lekker van ons af in een stuk of honderd wilde zwijnen, en dan peren we hem. We verkopen wat vastgoed en roofkunst, boeken een enkeltje Griekenland, gaan lekker van ons geld genieten in de mediterrane zon, en laten dat hele Nederland gewoon duurzaam in de Noordzee zakken!’

Er viel een korte stilte. De vier vrouwen op de grote hoekbank keken elkaar even aan. Toen brak er een brede grijns rond de mondhoeken van alle vijf de gezinsleden.

‘Toppie, pappie!’ was Amalia de eerste die opsprong.

‘Yes! Yes!’ gilde Ariane nu ook.

‘Fok Nederland!’ durfde Alexia nu ook te roepen.

Ook de koningin was opgesprongen. ‘Alex, je bent geniaal!’ fluisterde ze, terwijl ze naar haar man liep en hem vol op de mond kuste.

Notulen Ministerraad, 12 juli 2019

Trèveszaal, Binnenhof, Den Haag

Aanwezig: Rutte (vz), De Jonge, Ollongren, Kaag, Schouten, Koolmees, Blok, Wiebes, Van Nieuwenhuizen, Hoekstra, Grapperhaus, Van Engelshoven, Akyol, Cathrinus (not.)

Afwezig: Kaag

Heee!
  1. Opening
    De voorzitter lacht breeduit en roept heel hard ‘Heee!’ tegen alle aanwezigen. Wiebes kijkt met een vies gezicht naar Akyol en vraagt: ‘Wat doet hij hier?’
    Voorzitter legt uit dat de heer Akyol nu eenmaal altijd overal aanwezig is. Wel zal hij de vergadering voortijdig verlaten, omdat hij vanmiddag nog drie televisie- en twee radioprogramma’s moet presenteren, een column schrijven en geïnterviewd worden voor twee zaterdagbijlagen van kwaliteitskranten.
    Alvorens de vergadering echt te openen, schiet voorzitter nog even uit zijn slof; met een keihard ‘Heeee!’ roept hij ministers Van Engelshoven en Schouten tot de orde, die aan het eind van de grote ovalen vergadertafel zitten te geiten.
  2. Mededelingen
    Kaag vraagt de notulist haar zowel bij de lijst van aanwezigen te plaatsen als bij de afwezigen. Gevraagd naar het waarom van dit verzoek, begint Kaag enigszins verward te praten. Woorden als ‘nieuw leiderschap’, ‘macht’ en ‘tegenmacht’ zijn te verstaan; verder gaat het over de juiste uitspraak van het Afrikaanse land Niger. Néger? Níger? Nigère? Niedzjèr? Mevrouw Kaag komt er niet uit, zegt zich ook niks te kunnen herinneren. Van wat, wordt niet duidelijk.
  3. Notulen
    De notulen van de vorige ministerraadsvergadering worden goedgekeurd, zwartgelakt, verscheurd, door de shredder gevoerd en door de heer Grapperhaus opgegeten.
  4. Kabinetsuitje 2019
    Voorzitter wijst de dames Van Engelshoven en Schouten aan als organisatoren van het jaarlijkse kabinetsuitje. Waarom wij? vragen de beide dames zich unisono af, kan het dit jaar niet eens door een paar mannen georganiseerd worden?
    Voorzitter vraagt de dames waarom ze zo geïrriteerd doen; hebben ze soms last van die typische maandelijkse dameskwaaltjes? Van Engelshoven krijgt hierop een kop als een boei, waarop voorzitter breeduit de tafel rondgrijnst en een high-five geeft aan Wiebes. Schouten gooit haar flesje Spa Blauw om en verlaat geagiteerd de zaal, een tweede high-five van Rutte veroorzakend, ditmaal met Koolmees. Hoekstra doet net of hij achter Schouten aan wil rennen en roept: ‘Zal ik haar even sensibiliseren?’ Maar als niemand reageert, gaat hij beschaamd weer zitten.
    Kabinet neemt alvast een voorschot op de voorstellen waarmee Van Engelshoven en Schouten te zijner tijd zullen komen. De mannelijke ministers opteren voor karten met barbecue na; Ollongren stelt een weekendje Legoland voor; desgevraagd mompelt Kaag iets over ‘Naidzjèr’, hetgeen verder wordt genegeerd.
  5. Lief- en leedpot
    Aan de orde is de gezamenlijke spaarrekening voor bloemetjes, borrelpakketten, fruitmanden en andere uitingen van empathie. Blok beheert deze en/of-rekening en geeft een overzicht van de inkomsten en uitgaven over 2018. Voorzitter stelt voor kamerlid Omtzigt voor de grap op zijn huisadres een rouwkrans te doen bezorgen, met op het lint de tekst ‘Met innige toeslag’. Algehele hilariteit alom. Alternatieve tekstsuggesties vliegen over de ovalen tafel: ‘Van harte etnisch geprofileerd!’ ‘Stik niet in je eerste leugentje!’ ‘Een dag zo vol Omtzigt vergeet men niet licht!’
    Als de rust weer enigszins is weergekeerd, dient Blok een voorstel in om de contributie voor de lief- en leedpot voor het jaar 2020 te verhogen naar 47,50 euro per persoon. ‘Zo kunnen we nóg meer potjes breken’, legt hij desgevraagd en woordspelig uit. Voorzitter beschouwt dit als een hamerstuk: ‘Dit declareren we gewoon bij de Belastingdienst, die berekenen het wel door in een of andere toeslag, haha!’ High-fives gaan weer duchtig rond.
  6. Wat verder ter tafel komt
    Als voorzitter dit agendapunt aankondigt, springt Kaag op de tafel, schril uitroepend: ‘Ik! Ik’
    Ze introduceert zichzelf als ‘Sigèr Nigèr’ en begint een authentieke traditionele Afrikaanse dans – althans zo omschrijft ze de wilde schokbewegingen die ze op de tafel maakt. Aan alle kanten van de vergadering worden ijlings flesjes Spa Blauw en broodjes kaas in veiligheid gebracht.
  7. Sluiting
    Voorzitter maakt na een kleine drie kwartier een eind aan de rituele dans van Kaag door haar met een keiharde high-five te vloeren. De ministers trekken zich even terug in de aanpalende vergaderkamers om hun trainingsbroeken, huispakken, hawaiishirts en hoodies te vervangen door staalblauwe pakken (de mannen) en wijde pantalons en Merkeljasjes (de vrouwen), zodat men buiten de wachtende pers adequaat te woord kan staan.
    ‘Hee! Tot volgende week!’ grijnst voorzitter. ‘Let op dat je je niks herinnert van deze vergadering, en dat je alle vragen brisant en naar eer en geweten beantwoordt!’
    Nog één groepshug, veertien high-fives en een ongewenst kneepje in de bil van Schouten, en dan verlaat het kabinet de Trèveszaal, naar buiten, richting het wachtende klootjesvolk.

Haagse preken en gebakken peren

Patricia: Gebakken ei (voor Pasen)

Catharina: O?

P: Ei.

C: Ei.

P: Pa-sen

C: Ja! Jezus in een biezen mandje, ik weet er alles van.

P: Ah.
Goed.
Men neme een pan med steel

C: Pan met… Ik ben vergeten waar ik die heb.

P: In het kastje. Zei je laatst.

C: Echt? Ik heb daar geen herinnering aan. Is het die pan die minister moet worden?

P: Nee.

Die andere.

C: Steel, zei je. Toch?

P: Ja. Die. Dus men neme die. En zette hem op vuur.

C: Deze?

P: Nee. Die platte.

C: DuckDuckGo zegt dit bij platte steelpan:
Dat is vast niet goed.

P: Ik herinner me dat heel anders.

C: Mijn moeder had zo’n ding niet.

P: Echt niet? Daar wil ik dan wel graag een bewijs van. Staat dat ergens?

C: Ik dacht niet dat ze notulen bijhield.

P: Maar dat kan niet. Iemand heeft het woord steelpan bedacht. Iemand heeft dat opgeschreven. Het woord steelpan heeft zichzelf niet uitgevonden.

C: Ik word inmiddels wel enigszins wantrouwig.

P: Hm. Goed. Men neme een ei.

C: Ei.

P: Zo’n rond ding dat uit een kip komt.

C: Een rond ei.

P: Ja. Men breke het in 2. In de platte pan met steel

C: O die! Waar mijn moeder de dikkertjes in bakte.

P: Dikkerdje? Laten we nou NIET persoonlijk worden tijdens kookles.

C: Neehee! Ik bedoel… zucht. Je bent niet dik. Slank, is de algemene opinie. Bij het magere om af.

P: Ah.
Maar goed. Neme dat ei. Dat ronde ding.
In pan met steel.
In kastje.

C: Breken.

P: Ja…

C: En dan?

P: Stuk maken.
Ei.
In pan.
Met steel.

C: Mag dat van de PvdD?

P: Zucht.
Ik ga even een wandelgang in.

C: Ja, nou ja, voor je het weet heb je een motie van afkeuring aan je broek.

P: Afkeuring?
Motie?
Ik herinner me dat niet.

C: Men neme een kapot gemept ei…

P: En plaatse het elders.

C: Op een ministerpost of zo. Maar beslist NIET op kamertemperatuur bewaren.

P: NEE! GEEN KAMEREI!!
Men breke een ei tot het stuk is, giete dat in een pan mét steel, ónder kastje, óp vuur en wachte tot het elders opgegeten worde.
NERGENS OPSCHRIJVEN!

C: Eerst kijken of je Corona hebt…

P: Corona?
Dat herinner ik me niet.

C: …papieren in koffertje doen…

P: Koffertje?
Papieren?

C: …maar wel dezelfde laarzen aanhouden. Tjonge, Patricia, wat was ik jaloers op die laarzen!

P: Nou hè???

C: Ik snap niet dat er mensen naar papieren keken terwijl ze die laarzen aanhad.

P: Ik ook niet! Met die laarzen! Waar zou ze die vandaan hebben?

C: Zou ze het zich herinneren?

P: Kweenie.
Een Haagse les:
Je komt overal mee weg als je de juiste laarzen hebt.
En jurk.

C: Precies! Geen woord meer! Weg met Rutte, Ollongren for president.

P: Wil je koffie?

C: Koffie? Is de fles leeg?

P: Nee.

C: Nog eentje dan.

P: Blijf van mijn glas, Catharina.

De Trixies go culinair

De Trixies zijn uw Catharina en onze kersverse, immens populaire en o zo productieve Redactrice Influences Patricia.
Wat u moet weten over De Trixies: Trixies koken niet. Ze kunnen het niet en ze willen het niet en als ze het toch moeten doen is het ronduit vies. Maar soms zitten zelfs Trixies wel eens door allerlei omstandigheden een tijdje zonder man en die astronautenpil laat maar op zich wachten, terwijl men niet kan leven bij gintonic alleen, met het incidentele bakje chips.
Nu vertelde Patricia mij laatst midden in de nacht een ijzingwekkend verhaal en ik had honger, dus ik appte haar. Onnodig te zeggen dat haar man – we noemen hem JIJ – op de achtergrond zat mee te babbelen.

09:28 uur

Catharina (hierna te noemen C): Weet je nog dat je vertelde over paprikasoep? Vertel het nog eens?

Patricia (h.t.n. P): O ja!
Ehhhh
Je schilt een ui.
Die doe je in kleine stukjes.

C: Ui schillen in kleine stukjes.
Klaar?

P: Die doe je in stukjes met een med. Dan doe je dat in een pan met zo’n steel.
Dat bak je even.

C: Wat is een med?

P: Even interviewen

C: Even uitstrijkje

17:57 uur

C: Stukjes ui met med, pan met steel even bakkken… en dan?

P: Ui dus in gewone pan (niet med steel) (dat was verkeerd), even bakken in olijfolie of boter, beetje tijm en peper erover, 4 paprika’s klein snijden en erin doen, dan 1 liter water eropgieten en 2 bouillonblokjes erin.
Laten borrelen. Dan kookt het namelijk.
Dan het vuur zacht zetten, dat het nog een beetje borrelt, 25 minuten zo laten pruttelen.
Dan blèren. In blender is het fijnst. Maar met staafmixer lukt het ook.
En PRESTO!
Zoep.
Geen erretjes (veel).

C: Tijm?
Tijm. Zo’n tak? En wat voor smaak bouillonblokje?
En waarom moet alles klein gesneden worden als je toch gaat blèren met de mixer?

P: Dan wordt het sneller gaar.
En ik zou er gewoon tijmpoeier in doen.

10:07 uur.

C: Goed. Ik hang aan je lippen. Nu alleen nog de kwestie van de blokjes. Kip? Groente? Vis? Tomaat? Rundvlees? Tuinkruiden?

P: Kip is altijd goed, maar niet vega.
Groente, denk ik.

C: Denk je dat er vlees in bouillonblokjes zit? Ik dacht dat die één en al smaakdingesen waren.

(even later)

C: Goh, kippenvleespoeder zit erin. 1,2%. Tsss.

P: Jazeker.
Gewoon groente doen.

C: Goed!
Nou, ik ga boodschappen doen. Ik hoop dat de tijm bij het zout staat, want ik zou anders niet weten waar ik dat zoeken moet.

P: Ja hoor. Gewoon het potje met Tijm erop.

C: Ik bel wel als ik het niet kan vinden. Ik ben er gewoon zenuwachtig om!

P: Ah joh. Anders haal je gewoon een loempia.
Maar probeer het maar wel. Als het lukt, kun je op deze manier overal grappige soepjes van maken.
Van bloemkool en courgette en wortel en prei en broccoli, allemaal ditzelfde principe.

18:01 uur

C: Nou…
Geen rooie paprika’s. Alleen punt. Dus deed ik die. En ook geen tijmpoeier, dus ik nam de eh… tja… zaadjes? Ik ben nog niet eens begonnen en het is al mislukt.

P: Allemaal goed!!

P: Verrukkelijk!
Nu de bouillon!

C: O ja!
Hoe wist je dat ik dat vergat?

P: Intuïtie. Nou. Aan de kook brengen (dat het borrelt), dan vuur laag dat het een beetje borrelt en dan half uurtje tot paprika zacht is.

C: Het kookte al. Nu nog dat geborrel voor elkaar zien te krijgen.

P: Twee blokjes, hè?
Op 1 liter.
Gewoon even kijken tot het zachtjes blijft bubbelen.

C: Het blubblubt. Heel gezellig.

C: Klaar! Nou, ik ben benieuwd.

P: ……..
En????????????????????????????????????????????????????????? Smaakte het als JIJ zijntent?

C: Ik heb net een kom ingeschonken. Wacht even…

P: ………..

C: GETVERDERRIE!