Een inhakertje

‘Reclamebureau Digitolle Grieze, goedemiddag?’ probeerde Cathrinus.

Patricia en Catharina trokken een vies neusje op. ‘Klinkt van geen kanten’, zei de laatste. ‘Reclame, dat woord is zó 2010…’

‘Maar hoe moeten we onszelf dán noemen?’ pruttelde Cathrinus.

‘Ach wat maakt het uit’, hijgde Patricia nog na, ‘iets met marketing, of Lean Communication, lekker vaag…’

‘Lean, haha, die is goed!’ grinnikte Catharina. ‘Of iets met Integraal! Integral Interhuman Communication, whoehaha!’ De beide dames hadden het even niet meer.

Cathrinus keek stuurs naar zijn handen. ‘Die naam komt nog wel. Laten we eerst even focussen op het EK.’

Patricia zuchtte. ‘Ik moet er even inkomen hoor; opeens moet ik me gaan bezighouden met iets mongools als vóetbal. Bah!’

‘I’m with you, darling’, legde Catharina een begrijpende hand op haar arm. ‘Het is het domste wat er is, maar als we willen binnenlopen zullen we toch even een maandje in de oranjemodus moeten gaan zitten.’

‘Precies’, zei Cathrinus. ‘we moeten snel handelen, anders zijn er andere reclamebureaus, ik bedoel Lean Communication Agencies, die ons voor zijn.’

‘Eens!’ Catharina stond op en liep naar het grote whiteboard dat Cathrinus deze week speciaal had aangeschaft. ‘Laten we even recapituleren. Bij Jumbo hebben ze Frank Lammers in een… ugh, ik krijg het woord bijna niet uit mijn bek… een Juich-cape gehesen.’

Patricia maakte kokhalsgeluiden. ‘Brabanders…’

‘En dan die Snollebollekes…’ gruwde Cathrinus. ‘Noar lènks! Noar régs!’

‘Ik zag dat je daar… Juichzegels kunt sparen’, werd het Patricia even bijna te veel.

Catharina rilde zichtbaar. ‘Maar het is nog een soort van academisch discours als je het vergelijkt met de Lidl. Thomas Acda, toch echt geen Brabander, die het oranjetenue van Rafael van der Vaart zogenaamd te fel vindt…’

Fluoranje…’ De tranen stonden in Patricia’s ogen.

‘En dan die amateuracteurs die zogenaamd Duitsers moeten spelen en ook verblind worden door Raffies pens in een te strak oranjeshirt…’ Alle drie waren ze nu even stil; je hoorde de emoties weggeslikt worden.

‘De uitdaging is nu’, vatte Cathrinus samen, ‘hoe maken we voor een andere supermarkt een nóg debielere campagne, zodat de gemiddelde voetbalsupporter ook daar blindelings heenrent om door kinderarbeid vervaardigde wegwerpprullaria aan te schaffen?’

Weer was het even stil.

‘Eens kijken…’ Catharina kreeg weer een fronsje boven de neus. ‘Albert Heijn is natuurlijk alleen maar blauw wat de klok slaat… Hoe krijgen we dat oranje?’

‘Krijg je een bal in je kruis, en zijn je ballen blauw? Krijg nu een oranje bal gratis bij aankoop van dertig euro aan boodschappen!’ probeerde Patricia.

Cathrinus zat op zijn laptop te kijken. ‘Laat maar’, zuchtte hij, ‘ze hebben ook al een oranje-actie. Je kunt je laten fotograferen tussen cut-outs van de spelers, zo te zien.’

Ook Patricia en Catharina zuchtten nu.

‘Misschien moeten we gewoon af van die supermarkten’, mompelde Catharina uiteindelijk. ‘Die krengen hebben toch al anderhalf jaar het hoogste woord. Ze mochten open blijven, niemand die zich om die anderhalve meter druk maakte, en Albert Heijn had om ons te provoceren ook nog van die sproeiertjes boven de in plastic verpakte komkommers aangebracht…’

‘Als om te zeggen: wij zijn de echte superspreaders!’

‘Dat is het!’ Opeens sprong Cathrinus op; zijn papieren koffiebekertje stuiterde over tafel, koffiespetters vlogen over de Gummbah-scheurkalender op de muur achter zijn bureau.

‘Wat is het?’ vroeg Patricia.

‘De superspreaders!’ schreeuwde Cathrinus. ‘De kids! De jeugd! De pupillen! De junioren! De Nerfs!’

Zijn beide mederedacteuren keken hem glazig aan. ‘Nerds? Die houden toch niet van voetbal?’

‘Nerfs!’ herhaalde Cathrinus. ‘Mijn neefje heeft er een stuk of wat! Veel te grote en afzichtelijke plastic schietgeweren, waar zachte rubberen pijltjes mee afgeschoten kunnen worden. De hele basisschooljeugd is er gek van.’

‘Ja en?’ Het kwartje wilde nog niet vallen, bij Catharina en Patricia.

‘We gaan knaloranje Nerf-geweren produceren, en verkopen die aan dat jonge volk voor veel te veel geld, omdat we er een ook voor de betalende ouders niet te vermijden slogan aan verbinden!’ Cathrinus was nu bijna Sigrid-Kagerig op de tafel gaan staan. ‘Denk even mee…’

Het was maar kort stil. Toen viel het kwartje wel degelijk.

‘Schiet Oranje naar het kampioenschap…?’ begon Catharina.

‘Een nekschot van de Nederlandse leeuw / Velt elke tegenstander met een schreeuw!’ viel Patricia in.

‘Een kogel uit een oranje magazijn… mag er zijn!’kwam Catharina er weer in.

‘Covid-19 voor het vuurpeloton! Oranje haalt de trekker over!’

‘Superspread het Oranjevirus!’

‘Schiet Oranje wat peper in de kont!’

‘Ik haal meteen een fles champagne, dit gaan we vieren!’ juichte Cathrinus. Het bleef nog lang onrustig op de burelen van Digitolle Grieze Integral Interhuman Communication.

Plaats een reactie