Catharina’s toptien kleine ergernissen

voetbalGrote ergernissen heb ik natuurlijk ook, maar die zijn zo saai. PVV, kabinet, tweede en eerste kamer, Geen Stijl, Europa, vuurwerk, de ballenburen, de huidige Nederlandse ‘literatuur’, koken… Dus ik ga lekker first world problems toptienen op deze verschrikkelijkste dag van het jaar.

1 Het theelabeltje.

Bij het ontbijt drink ik al zo lang ik leef een potje Pickwick Engelse Melange. Mijn eerste woordje was dan ook ‘teeja’, naar mijn moeder die altijd vroeg: “Wil Cathrientje dan een kopje thee, ja?” Dit jaar hebben de communicatiemanagers gemeend om allerlei ONGELOFELIJK domme vragen op het labeltje te drukken, volgens De Dichter om een onderwerp van gesprek te hebben bij het theedrinken. Dat vind ik toch van een truttige armoede!
“Wat is je ergste nachtmerrie?”
“Wat is de laatste droom die je nog weet?”
“Welke superkracht zou je het liefst willen hebben?”
“Kook je liever zelf of bestel je liever eten?”
Groen en geel, mensen. Dus nu ruk ik als eerste het labeltje eraf ’s morgens, waardoor het zakje met draadje en al in de pot zakt, die ik er vervolgens met een theelepeltje weer uit moet wurmen want anders wordt de thee te zwart, waarbij ik met regelmaat mijn poten verbrand en dat allemaal met mijn ochtendhumeur dat pas verdwijnt na mijn eerste boterham met hagelslag en koppie thee.

2 De nieuwe autocorrect

GeenStijlDit jaar heb ik vijfentachtig nieuwe telefoons moeten kopen, voordat ik er eentje vond waar ik geen pesthekel aan had. Niet dat ik deze wél mag, maar van alle ellendelingen is dit de minst erge. Alleen maakt het ding van ieder drieletterwoord ‘hij’. ‘Jij’ mag ik niet typen, ‘gok’ ook niet en als ik ‘kut’ schrijf en de telefoon het zelf in ‘hij’ verandert, dan staat er verdomd weer ‘hij’ nadat ik het woord gecorrigeerd heb. Waarom? Waar slaat dat op? Ik kan toch niet aankomen op de whatsapp met ‘Je bent een dikke hij en je moeder ook!’? Hier maakt mijn telefoon overigens ‘Je bent hij dikke hij en je moeder hij’ van, maar dan snapt u er helemaal geen bal meer van.

3 Ordners met verbogen pootjes

konijnMijn Rooie Vriendin en sinds enige tijd collega is scrupuleus zuinig met andermans geld. Daarom moet ik van haar de oude blauwe ordners van 8 jaar geleden hergebruiken. Dat doe ik dan ook braaf, maar daar heb ik natuurlijk eerst de minst beschadigde van uitgezocht. Zo aan het eind van het jaar, als alle ordners 2015 vollopen, resten mij nog slechts de verrappelde exemplaren, waarvan de metalen pootjes verbogen zijn. Even soepel een stapeltje papieren omslaan is er niet meer bij, ze blijven altijd haken, scheuren uit en donderen met regelmaat, luidkeels schaterend, de hele ordner uit. Ik vloek en tier en geef MRV overal de schuld van, maar ze doet gewoon alsof ze mij niet hoort. MRV is heel stoïcijns. En onvermurwbaar.

4 Het kapotte ei

pulp fictionEi is mijn lievelingseten en ik kan er in principe en vooral theoretisch mee lezen en schrijven. Zoals hierboven al gemeld zijn mijn ochtenden een aaneenschakeling van rampen en daar draagt het ei vrolijk haar steentje aan bij. Als ik eens een dagje niet hoeft te werken, één à drie keer per jaar, stel ik me er altijd heel wat van voor. Ik sla de ogen op, hoor mijn rammelende maag en denk: “hè, lekker, een zachtgekookt eitje, straks”. Ik doe het water in de waterkoker alvorens ik het in het eierpannetje gooi (ons nieuwe fornuis hoort bij de grote ergernissen. Je kunt er geen water op koken. Althans, dat kan wel, maar dat duurt een kwartier. Ik geef de schuld aan de nieuwe hippies met hun fucking slow cooking), prik het biologische blije kip-eitje aan de bolle kant in en laat hem voorzichtig in het kokende water glijden. En godverdomme, het eiwit stroomt er tóch uit. Waardoor de hele bliksemse boel overkookt, het gas uit gaat, ik op zoek moet naar de zoutpot die altijd weg is en ik geen idee meer heb op hoeveel minuten ik de eierwekker moet zetten. Dit gebeurt uitsluitend en alleen ’s ochtends. Avondeieren gaan nooit kapot.

5 De vakantie van Pieter Geenen

rotrotjesZoals ik bepaald niet onder stoelen of banken steek, ben ik fan van hem en zijn Anton Dingeman in mijn krant. Dus als ik ’s ochtend de krant opensla om zijn stripje als eerste te lezen en er eentje van zijn invaller Mirjam Vissers aantref, bén ik me toch een partij chagrijnig! Niet alleen omdat hij er altijd stiekem tussenuit knijpt, zonder ons even voor te bereiden (en hoe moeilijk is dat, hij is verdorie striptekenaar!) maar vooral omdat die strip “Mam” van Vissers toch van een oubollige, zeikerige stompzinnigheid is! En zó beroerd getekend dat ik het zelf ook nog wel zou kunnen met mijn kop-potenwerkjes. Ik snap niet dat mijn krant die plek niet gewoon leeg laat. Sowieso zijn de invallers van de vaste rubrieken er niet te doen. En die Ephimenco blijft met zijn achterlijke en griezelige PVV-angehauchte agitpropcolumns ook maar ruimte in beslag nemen die we ergens anders voor nodig hebben. Breek me de bek trouwens niet open over de columnisten. Maar dat geldt voor alle kranten, wat moet dat toch? Hou er mee op. Jullie kunnen niet schrijven en al helemaal geen mening of situatie onder woorden brengen en er zit geen greintje humor in jullie, een enkele uitzondering daargelaten. Begin een weblog. Dan dring je je tenminste niet op aan mensen die geen enkele boodschap aan jou en je eeuwige kassameisje/kutmarokkaantje  hebben.

Al schrijvend dringt het meer en meer tot mij door dat ik ’s ochtends geen mooi leven heb. Ik citeer nu deels Reve. En niet uit De Avonden.

6 Het kapotte lampje

kutboekNiet die van de gewone lampen, waar je fluitend de oude uitdraait en de nieuwe er weer in, maar van de lampen die je helemaal moet openschroeven alvorens er een nieuw lichtgevend dingetje in te kunnen drukken. Ik weet niet hoe die dingetjes heten, ze gaan lang mee, zijn heel petieterig en hebben twee metalen pootjes en een kopje van glas. Als er eentje stuk gaat, moet ik eerst uren op zoek naar een nieuwe, ik kán maar niet onthouden dat ze gewoon in de schoenendoos met kaarsen liggen en daarna begint de shit. Ik moet ervoor op een trapje klimmen, want ik heb een belachelijk hoge boekenkast. Vooraf leg ik alles wat ik aan schroevendraaiers bezit vast klaar. Die passen geen van alle, want de kleine schroevendraaiertjes die ik nodig heb zitten in mijn bastas en die staat in het Viadukt. Dus moet ik op zoek naar de gereedschapskist van de Dichter. Nou, probeert u in die uitdragerij van hem maar eens wat te vinden. Gereedschapskist van de Dichter blijkt in de schuur van het zomerhuisje te staan. Daarna naar de buren (“Kruiskopje of zo’n plat bekje?” “Geen idee”). Als ik na veel hangen en wurgen en vallende schroefjes en glaasjes dan eindelijk zo’n nieuw dingetje erin heb zitten, doet ‘ie het niet. Pas na een dag of vier komt er dan uiteindelijk wel weer op onverklaarbare wijze licht uit, maar dat is toch niet wat ik me er van tevoren bij voorstel.

7 Wat er gebeurt als Lemmy doodgaat

Beavis and ButtheadLemmy’s dood is een grote ergernis van mij, dit jaar. The Bastard. Maar een kleine ergernis is wat er vervolgens gebeurde op Facebook. Zo’n enorme overkill aan Motörhead en hoe iedereen al vanaf de allereerste noot fan was, dat het me mateloos begint te irriteren en ik alleen nog maar zin heb om te zieken over zijn grote verzameling naziparafernalia en krankzinnige wapencollectie. Maar dat kan ik niet doen, want dat is zielig voor Zanger, die werkelijk ontdaan is door zijn verscheiden en daar dan ook over zwijgt. En daarom vind ik Lemmy een nóg grotere bastard.

En nou heb ik geen zin meer. Verzin zelf nog maar drie erbij, ik kan niet ALLES doen. De hel barst inmiddels al aardig los, buiten, en de katten en ik gaan onder het bed liggen, waar de jenever al ligt te antichambreren. En voor de mensen met het knalvuurwerk en andere  verdomde rotjes: Fuck you!

 

8 gedachten over “Catharina’s toptien kleine ergernissen

  1. Zo, het nieuwe jaar begint voor mij in ieder geval goed.
    Dank je.
    Ik begon haast te vrezen dat Catharina ons stiekem verscheiden was.

  2. In het nieuwe raadhuis van Dwingeloo, dat gereedkwam even voordat de teutoonse horde over ons land kwam, liet burgemeester Stork pal tegenover zijn zetel in de raadszaal een bordje ophangen: ‘Mens erger je niet!’ Of het hielp is onbekend, Stork werd eind 1941 al ontslagen, maar ergernissen dient men inderdaad zo veel mogelijk te vermijden, ook omdat ze niet automatisch tot de oplossingen leiden, waarin wij volgens een massa raadgevers behoren te denken.

    Je top-3 bijvoorbeeld, is redelijk gemakkelijk te vermijden:
    1) Men zette zich in deze over hippie-aversies heen en neme een thee-ei met losse thee.
    2) Men schaffe de mobiele telefoon af, zodat er van het vrijkomende budget ook gemakkelijk een speciale eierkoker gekocht kan worden (waarmee ineens ook ergernis 4 opgeruimd is, winwin zeg maar).
    3) Wie gebruikt er in deze tijd in hemelsnaam nog ordners? Men scanne zijn paperassen en flikkere deze na verloop van tijd, als ze echt niet meer nodig zijn, weg met ordner en al.

    Zo, dat lucht al op hè?!

    Ook voor het overige een zo ergenisloos mogelijk 2016 toegewenst.

    • Kijk, dat is nog eens constructief meedenken. Ik ga direct even nakijken of de Pickwick Engelse Melange ook in losse vorm verkrijgbaar is. Ook die eierkoker klinkt goed. Telefoon weg weet ik nog niet. Dan moet ik weer zo’n vast exemplaar aanschaffen en daar is ook altijd gedonder mee.
      De ordners: tja, daar is niks aan te doen, die blijven nu eenmaal bestaan in de boekhouderswereld. Het is voor ons vooralsnog godsonmogelijk om alles digitaal te hebben. Want dat is ja geen werken gelijk!

Geef een reactie op Digitolle Grieze Reactie annuleren